Marktanalyse bouw en de impact van COVID-19

Periode 2015-2019
In de periode 2015 t/m heden is er sprake van hoogconjunctuur. Hoogconjunctuur kenmerkt zich door hoge investeringen, hoog consumentenvertrouwen en lage werkloosheid. Voor de bouwsector hebben het stijgende consumentenvertrouwen en de lage hypotheekrente gezorgd voor een groeiende vraag naar woningen. Hiermee is de verkoopwaarde van woningen gestegen. Investeerders waren bereidwilliger om te investeren in bouwprojecten, waardoor de bouwproductie steeg en de orderportefeuille van bouwers tot wel 9 maanden of meer in vooruit gevuld was.

De conjuncturele (marktindicator) bouwkostenindex is sterk gestegen. Effecten hiervan waren terug te zien in het ontbreken van aanbestedingskortingen, prijsstijgingen gedurende bouwprojecten moesten worden afgekocht, aannemers schreven beperkt in op projecten met concurrentie, risico’s werden ingecalculeerd en materialen moesten duurder worden ingekocht.

In de onderstaande grafiek zijn de BDB-marktindicator en de IGG-aanbestedingsindex naast elkaar gezet. Een positief getal betekend dat er op dat moment door aannemers een prijs-opslag werd berekend, tevens geeft de lijn aan of het makkelijk of moeilijk is om een aannemer te vinden voor het werk. De opslagen zijn boven op de ‘normale’ stijgingen van de bouwkosten.

Vanaf oktober 2019 zijn de orderportefeuilles in de bouw gekrompen. Ook is er stagnatie in lopende projecten. Belangrijkste oorzaak hiervan zijn de PFAS- en stikstofmaatregelen die voor onzekerheid hebben gezorgd. Ten opzicht van september is de werkvoorraad met een halve maand afgenomen [1] . De PFAS- en stikstofcrisis is ontstaan door verscherpte regelgeving in Nederland voor niet-afbreekbare fluor-bevattende chemische stoffen in de grond en te hoge stikstof in natuurgebieden.

[1] de werkvoorraad is de gemiddelde tijd die nodig is om alle in de wacht gesleepte opdrachten uit te voeren

 

Coronacrisis 2020
Het Coronavirus heeft sinds december 2019 een grote uitwerking gehad op de gehele wereldeconomie, in maart 2020 is Nederland in een plotselinge lockdown gegaan. Wat zijn de tot nu toe te merken gevolgen hiervan en wat zijn de risico’s en verwachtingen voor de toekomst voor de bouwsector? De grootste zorgen bij het langdurig aanhouden van de Covid-19-pandemie voor de bouwsector zijn:
– Verminderde productiviteit personeel vanwege nieuwe regels omtrent de ‘’1,5 m samenleving’’,
– Onderbrekingen in de supply chain van bouwmaterialen wereldwijd vanwege nieuwe lockdowns,
– De kans op een langdurige recessie in grote delen van de economie met een lange periode van laagconjunctuur,
– Laag consumentenvertrouwen (koopbereidheid),
– Afnemende investeringen van investeringsmaatschappijen.

Ondanks dat Nederland in lockdown is gegaan zijn veruit de meeste bouwprojecten doorgegaan met aangepaste maatregelen. Zo werkt een deel van het UTA-personeel vanuit huis, wordt er niet meer gezamenlijk gereisd, zijn er minder mensen tegelijk op de bouwplaats, worden de pauzes in shifts gehouden, blijf je thuis bij klachten en zijn de algemene 1,5 meter regels van kracht. De gevolgen van bovenstaande maatregelen zijn volgens onderzoek van het EIB al terug te zien in het oplopende ziekteverzuim. Bouwbedrijven zien ziekteverzuim, deels uit voorzorg, oplopen t.o.v. voorgaande jaren. Wat voor gevolgen heeft dit op de bouwplanning?

Eveneens kunnen de 1,5 meter regels en de verminderde aanwezigheid van personeel op de bouwplaats hun uitwerking hebben op de effectiviteit van personeel. Bij projecten die al voor de coronacrisis zijn gegund, hebben aannemers nog geen rekening kunnen houden met de eventuele extra kosten zoals extra shifts, beschermende maatregelen en aanvullende transportvoorzieningen. Zijn deze kostenverhogende omstandigheden kosten die het ‘’normale’’ ondernemersrisico te boven gaan? En aan wie zal de rekening worden gepresenteerd? Kunnen we bij bestaande projecten met lopende contracten verwachten dat bij een aanhoudende lockdown claims kunnen komen voor aangepaste voorzieningen in de bouwplaatskosten, verliezen in productiviteit en/of vertragingen?

In februari en maart heeft de productie in China voor het grootste deel stil gelegen. Wat voor effecten heeft dit gehad op de supply chain? China levert circa 20% tot 30% van de constructiematerialen en (half)fabricaten wereldwijd. Na China zijn landen in Europa in lockdown gegaan. Uit diverse peilingen onder bouwers valt af te leiden dat er met name problemen zijn met houtplaatmaterialen, marmer, kleinere ijzerwaren en diverse installatiematerialen. Uit een enquête van de Nederlandse Vereniging van Toeleveringsbedrijven NVTB blijkt dat de levering van grondstoffen nog geen problemen ondervindt. Mede doordat er ook minder projecten gestart worden, waardoor de vraag ook lager is geworden.

De orderportefeuille van bouwers is vanaf januari 2020 met een half jaar gedaald. De daling van de vraag zorgt ervoor dat de productie momenteel hoger is dan wat er aan nieuwe opdrachten binnenkomt, waardoor het aantal orders zal afvlakken en dalen. De verwachting is dat de orderportefeuille verder zal krimpen door het dalende consumenten- en ondernemersvertrouwen. Hierdoor komen er minder bouwprojecten op de markt, waardoor bouwbedrijven harder met elkaar zullen moeten concurreren. De toename in concurrentie kan zich vertalen in een lagere conjuncturele bouwkostenindex.

 

Lees hier het volledige artikel: IGG_Marktanalyse Q2 2020

Marktontwikkelingen in beeld: bouwconjunctuur Q1

Bouwkosten

De staalprijzen zijn eind 2020 met ca. 35% gestegen. Ook de levertijden van staal zijn sterk
opgelopen. Toedracht van deze stijging is o.a. een handelsconflict tussen China en Australie.
Daarnaast is door het terugschroeven van de productie een verschil ontstaan in vraag en
aanbod. Eind Q1 2021 zijn de prijzen voorlopig gestabiliseerd een daling wordt nog niet
verwacht. Vooralsnog worden de stijgende prijzen nog niet doorbelast naar de opdrachtgevers
vanwege lopende afspraken, dit kan een risico zijn voor bouwers die nu moeten inkopen op
basis van oude afspraken.

De houtprijzen van vurenhouten en diverse plaatmaterialen zijn sterk gestegen eveneens de
beschikbaarheid is beperkt. Gemiddeld zijn de prijzen voor hout met 10% gestegen t.o.v. Q4 2020.
Het terugschroeven van de productie vanwege corona en de stijgende kosten van containers in
de internationale scheepsvaart zorgen voor deze prijsstijgingen.

De olieprijs is aan een opmars bezig na een daling in Q2 2020. De prijs voor een vat ruwe olie is
weer op het niveau van begin 2020.

De koperprijs is met ca. 18% gestegen t.o.v. voorgaande kwartaal. Deze prijsstijging zal met
name effect hebben op de elementprijzen in de installatiebranche.

COA lonen zijn op 1 december 2020 met 2% gestegen.

Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen
vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen
(BENG).

 

Verkiezingen Tweede kamer 2021

Verkiezingsprogramma’s wat betekenen ze voor de bouwsector? Welke thema’s worden door de
partijen het meest besproken?

Verhuurdersheffing
Bijna alle partijen zetten hoog in op verlaging of afschaffing van de verhuurdersheffing. Het geld
wat daarmee vrij komt zou dan ten goede moeten komen van nieuwbouw en/of verduurzaming.

Ruimtelijk beleid
Er is een dringend tekort aan voldoende bouwlocaties. Om de ambities van 1 miljoen woningen
in 2030 te realiseren zijn er voldoende bouwlocaties benodigd. Belangrijkste vraag hierbij is
welke rol kan de centrale overheid spelen bij het vrijmaken van bouwgrond en kunnen we
groene gebieden rondom de steden hiervoor inzetten.

Betaalbaarheid en wonen
De bouw van meer woningen deze ambitie onderstrepen de meeste partijen. Waarbij aantallen
worden genoemd van 1 miljoen woningen in 2030. Dit zou moeten bijdragen aan de
betaalbaarheid van woningen. Naast meer woningen bouwen wordt er ook ingezet op meer
bouw van sociale woningen.

 

Bouwproductie & portefeuilles

Tot op heden is de omzet in de bouwsector beperkt gekrompen mede door het laat cyclische
karakter van de bouw. Toch blijkt uit cijfers van het CBS dat vooral kleine bouwers de omzet
zagen groeien daar waar de bouwers met meer dan 10 man personeel de omzet zagen dalen. De
orderportefeuilles zijn nog steeds goed gevuld maar de groei is gestabiliseerd en aan het
afvlakken (zie grafiek). De werkgelegenheid in de bouw is (zie grafiek) momenteel goed. In de
installatiebranche is er een tekort aan vakmensen waarschuwt Techniek Nederland. Daarnaast
gaat de energietransitie nog om meer extra personeel vragen. Hierdoor zullen uiteindelijk de
loonkosten gaan stijgen.

Vergunningen & Huizenmarkt

Het aantal afgegeven vergunning voor nieuwbouw neemt toe in het eerste kwartaal van 2021 (zie
grafiek).

 

Economie

Op dit moment heeft de bouw te maken met een dalende markt. De vastgoedmarkt is sterk
veranderd als gevolg van de COVID-19 crisis en de daarbij behorende maatregelen. Volgens de
eerste berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het bruto binnenlands
product in het tweede kwartaal van 2020 met 8,5% gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal.

Over heel 2020 is de verwachting met een daling van 5,1% iets minder negatief. De relatie tussen
de ontwikkeling van het bruto binnenlands product en het bouwvolume laat historisch gezien
een duidelijk verband zien. De bouwsector is echter laat-cyclisch en moet eigenlijk nog reageren
op het markteffect. Afgelopen jaar is de omzet slechts 1,5% gedaald. En momenteel staan de
portefeuilles nog goed gevuld met 9,5 maanden. Ter illustratie in voorgaande crisis was dit onder
de 6 maanden. De Rabobank heeft een verwachting voor 2021 uitgesproken van 4% krimp voor
de bouwsector in Nederland. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) verwacht dat de

COVID-19 crisis minimaal de komende twee jaar invloed zal hebben in de sector. Ook als de
Nederlandse economie herstelt zal de bouwsector de negatieve gevolgen van de COVID-19 crisis
“nog steeds sterk ervaren” vanwege het laat cyclische karakter. Bouwprojecten hebben een lange

doorlooptijd en bouwers werken nu nog aan projecten die voor 2020 zijn aanbesteed. Het gat
van nieuwe aanvragen in 2020 wordt daarom pas zichtbaar in de aankomende 2 jaar. Tussen
2022 en 2024 kan de bouw weer “zeer hoge groeicijfers” behalen.