Hoe is het mogelijk dat bij de productie van immense bouwprojecten waaraan vele professionals hebben gewerkt toch nog grove steken worden laten vallen? Zo grof, dat notabene de schil van het gebouw stukje bij beetje afbrokkelt en het volgens berekeningen elk moment om kan vallen.
In 1971 werd het John Hancock Centre in Boston gebouwd door architectenbureau I.M. Pei & Partners. Een schitterend gebouw van zestig verdiepingen met imposante spiegelende ruiten van 1,2 bij 3,4 meter. Helaas staat het gebouw niet alleen bekend om zijn opvallende design; na de oplevering bleek dat de ramen bij windvlagen boven de 72 kilometer per uur pardoes uit hun voegen braken en vanaf grote hoogte door de lucht zeilden om vervolgens op het trottoir uiteen te spatten. Een levensgevaarlijke situatie natuurlijk.
Opeenstapeling van problemen
Een situatie die vroeg om maatregelen, en dus besloot de politie bij iedere fikse wind het gehele gebied af te sluiten. Tijdens de windstorm van 1973 vlogen maar liefst zestig ramen van het pand naar beneden. Uiteindelijk duurde het tot 1976 voor het pand opgeleverd werd. Over de situatie en de oorzaak ervan is lange tijd niets bekend geweest.
Er zouden zelfs nog meer problemen gespeeld hebben. Zo bewoog het gebouw te veel in de wind, waardoor tijdens de bouw gekozen werd voor de toevoeging van twee gestemde massadempers (TMD’s) die het wuiven in de wind tegengaan. Ook werden de funderingen van omliggende gebouwen aangetast bij de aanleg van de fundering van de toren. Tot overmaat van ramp werd bij een nameting door professor Bruno Thurlimann – vooraanstaand op gebied van constructie – geconstateerd dat de wolkenkrabber bij wind zó ver zou kunnen gaan buigen dat het in zijn volledigheid om zou kunnen vallen. Om die reden werd het gebouw nog eens met 1.500 ton staal verzwaard.
100 miljoen extra
Kosten? Volgens The Boston Globe in totaal 175 miljoen dollar in plaats van de in eerste instantie geraamde 75 miljoen. De vallende raampanelen werden veroorzaakt door de raamconstructie en moesten daarom alle 10.334 worden vervangen en er moest een boete van 11,6 miljoen dollar betaald worden aan de historische Trinity Church die tijdens de funderingsfase verwoest werd. Voor de gestemde massadempers werd 2 miljoen dollar neergelegd.
Al met al een serieuze kostenoverschrijding; het John Hancock Centre ging met maar liefst 133 procent over de eerste raming heen. De vraag blijft dan ook of er niet te snel tot uitvoering is overgegaan; voorkomen lijkt ook in dit geval aanzienlijk minder pijnlijk dan genezen.